Bent u handelaar in margegoederen? Dan mag u de margeregeling toepassen! Dit betekent dat u de btw niet over de volledige omzet berekent, maar over het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs, oftewel de winstmarge. Heeft u winst gemaakt? Dan is uw winstmarge positief en moet u daarover btw betalen. Verliest u echter geld? Dan is de winstmarge negatief en hoeft u geen btw te betalen, maar krijgt u helaas ook geen btw terug.
Wat zijn margegoederen?
Margegoederen zijn gebruikte goederen die u zonder btw heeft ingekocht. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook kunst, antiek en verzamelvoorwerpen die u met btw heeft gekocht of geïmporteerd, als margegoederen worden aangemerkt.
Gebruikte goederen
Gebruikte goederen zijn producten die door uw klant opnieuw kunnen worden gebruikt, al dan niet na een opknapbeurt. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor spullen die u van een particulier heeft gekocht, zelfs als ze nooit gebruikt zijn. Daarnaast vallen ook zelfgemaakte of gekweekte goederen, zoals bijvoorbeeld gefokte paarden, onder gebruikte goederen.
Voorwaarden voor de margeregeling
De belangrijkste voorwaarde voor de margeregeling is dat de btw bij de aankoop niet al is afgetrokken. Als u gebruikte goederen inkoopt als wederverkoper, moet de leverancier de btw bij zijn aankoop, productie, kweek of fok van de goederen niet hebben kunnen aftrekken. Pas dan kunt u de margeregeling toepassen.
Keuze voor normale btw-berekening
U kunt er altijd voor kiezen om btw te berekenen over de verkoopprijs van margegoederen in plaats van de winstmarge. Dit kan voordelig zijn als uw klant ondernemer is en recht heeft op aftrek van btw.
Zo kunt u beslissen wat het beste werkt voor uw situatie!
Normaal btw berekenen bij margegoederen
Als u margegoederen verkoopt, vermeldt u op de factuur geen btw, maar de btw is wel bij de prijs inbegrepen. Als uw klanten ondernemers zijn die btw mogen aftrekken, kunnen zij de btw niet aftrekken wanneer u de margeregeling toepast. In dat geval kan het voordeliger zijn om de gewone btw-regeling te kiezen.
Verschil tussen de margeregeling en de gewone btw-regeling
Laten we eens kijken naar twee voorbeelden van hoe de btw wordt berekend:
Voorbeeld 1: Berekening btw met margeregeling
Stel, u heeft een kast ingekocht voor €4.000 en wilt er €1.000 aan verdienen. Zo berekent u de verkoopprijs bij toepassing van de margeregeling:
-
- Inkoopprijs: €4.000
- Winstmarge exclusief btw: €1.000
- Verkoopprijs exclusief btw (inkoopprijs + winstmarge): €4.000 + €1.000 = €5.000
- Btw (21%) over winstmarge: €1.000 / 100 x 21 = €210 (Let op: deze btw mag u niet op de factuur vermelden!)
- Verkoopprijs inclusief btw: €5.000 + €210 = €5.210
Voorbeeld 2: Berekening btw met de gewone btw-regeling
Nu kijken we naar dezelfde situatie, maar dan met de gewone btw-regeling:
-
- Inkoopprijs: €4.000
- Winstmarge exclusief btw: €1.000
- Verkoopprijs exclusief btw (inkoopprijs + winstmarge): €4.000 + €1.000 = €5.000
- Btw (21%) over verkoopprijs: €5.000 / 100 x 21 = €1.050
- Verkoopprijs inclusief btw: €5.000 + €1.050 = €6.050
Wat is het verschil voor uw klant?
Als u de margeregeling toepast, betaalt uw klant €5.210. Maar past u de gewone btw-regeling toe, dan betaalt hij €6.050. Echter, als uw klant btw kan aftrekken, kan hij de btw van €1.050 als voorbelasting terugvorderen, waardoor hij uiteindelijk €5.000 betaalt.
In dit geval is het voor uw klant voordeliger om de gewone btw-regeling toe te passen, omdat hij de btw kan terugvorderen. Voor u maakt het per saldo niet uit, aangezien u in beide gevallen dezelfde verkoopprijs ontvangt.
Uw administratie
Als u margegoederen verkoopt en daarbij btw in rekening brengt, moet u uw administratie aanpassen. Hoe u dit doet, leest u hieronder.
Administratieve gevolgen bij verkoop onder de normale btw-regeling
Wanneer u margegoederen verkoopt volgens de normale btw-regeling, gelden er specifieke administratieve regels. U kunt deze regeling toepassen bij zowel de globalisatiemethode als de individuele methode, meestal wanneer uw klant een ondernemer is die de btw kan aftrekken.
Wat moet u doen?
- Goederen die u hebt ingekocht als margegoederen mogen niet meer als margegoederen in uw administratie staan.
- Trek het inkoopbedrag van de verkochte margegoederen af van het totaalbedrag aan marge-inkopen.
- Neem de verkochte goederen op in uw administratie als normaal belaste goederen.
Administratie bijhouden bij handel in margegoederen
Voor de handel in margegoederen gelden algemene administratieve verplichtingen, maar er zijn ook extra regels. De btw berekenen kan op twee manieren:
- Individuele methode
Hierbij berekent u de btw per individueel goed en houdt u in- en verkopen per stuk bij in uw administratie. - Globalisatiemethode
Hierbij berekent u de btw over de totale winstmarge in een aangiftetijdvak.
Voor beide methoden gelden aanvullende administratieve verplichtingen.
Btw berekenen: margeregeling met individuele methode
Bij de individuele methode berekent u het totaal van de positieve winstmarges in het tijdvak. Negatieve winstmarges worden niet meegerekend.
Voorbeeld
- Winstmarge inclusief btw: € 10.000
- Btw: (€ 10.000 x 21/121 =) € 1.736
- Winstmarge exclusief btw: (€ 10.000 – € 1.736 =) € 8.264
In uw aangifte omzetbelasting vult u in:
- Rechterkolom (btw): € 1.736
- Linkerkolom (omzet): € 8.264
Btw berekenen: margeregeling met globalisatiemethode
Bij de globalisatiemethode berekent u de btw over de winstmarge in het aangiftetijdvak. U bepaalt de winstmarge door de marge-inkopen af te trekken van de margeverkopen in hetzelfde tijdvak. Bij een positieve winstmarge vermenigvuldigt u deze met 21/121 of 9/109, afhankelijk van het btw-tarief.
Voorbeeld
- Verkopen: € 40.000
- Inkopen: € 25.000
- Winstmarge inclusief btw: (€ 40.000 – € 25.000 =) € 15.000
- Btw: (€ 15.000 x 21/121 =) € 2.603
- Winstmarge exclusief btw: (€ 15.000 – € 2.603 =) € 12.397
In uw aangifte omzetbelasting vult u in:
- Rechterkolom (btw): € 2.603
- Linkerkolom (omzet): € 12.397
Let op:
Als u handelt in goederen die belast zijn met verschillende btw-tarieven (bijvoorbeeld 21% en 9%), moet u de winstmarge per tarief berekenen.
Administratieve verplichtingen bij handel in margegoederen
Handelt u in margegoederen? Dan gelden er, naast de algemene administratieve eisen, vier extra verplichtingen voor de btw. Dit geldt zowel voor de individuele methode als de globalisatiemethode.
De vier extra verplichtingen
- Houd margegoederen en andere goederen gescheiden.
- Houd tariefgroepen gescheiden.
- Vermeld geen btw op de factuur.
- Stel een inkoopverklaring op bij aankopen van €500 of meer.
Hieronder leest u wat dit precies inhoudt.
- Houd margegoederen en andere goederen gescheiden
In uw administratie registreert u margegoederen apart van andere goederen. Dit geldt zowel voor de inkoop als de verkoop van margegoederen. Uw boekhouding moet duidelijk laten zien wat de winstmarge is per margegoed. Zorg dus voor een overzichtelijke administratie waarin alles netjes gescheiden staat.
- Houd tariefgroepen gescheiden
Als u margegoederen verkoopt met verschillende btw-tarieven, zoals 21% en 9%, moet u per tariefgroep de winstmarge berekenen.
Voorbeeld: U bent een antiquair en verkoopt naast antieke meubels (21% btw) ook tweedehands boeken (9% btw). U houdt de verkopen van deze boeken apart in uw administratie en berekent de winstmarge per tariefgroep. Dit voorkomt verwarring en houdt uw boekhouding overzichtelijk.
- Vermeld geen btw op de factuur
Bij de margeregeling mag u géén btw vermelden op de factuur. Wat vermeldt u dan wel? Eén van de volgende termen:
- Bijzondere regeling – gebruikte goederen
- Bijzondere regeling – kunstvoorwerpen
- Bijzondere regeling – voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten
Door deze duidelijke omschrijving weet uw klant dat de margeregeling is toegepast.
- Stel een inkoopverklaring op bij aankopen van €500 of meer
Koopt u margegoederen in voor €500 of meer? Dan moet u een inkoopverklaring opstellen. Hiermee toont u aan dat de goederen zonder aftrekbare btw zijn ingekocht. Deze verklaring is een belangrijk onderdeel van uw administratie en kan bij controles door de Belastingdienst worden opgevraagd.
Welke methode gebruikt u?
De keuze tussen de globalisatiemethode en de individuele methode hangt af van de goederen waarmee u handelt. Voor sommige goederen is de globalisatiemethode verplicht, terwijl u bij andere goederen vrij bent om de individuele methode te gebruiken.
Wanneer is de globalisatiemethode verplicht?
Bij de volgende goederen moet u de globalisatiemethode gebruiken:
- Vervoermiddelen zoals auto’s, motoren, fietsen, bromfietsen en caravans
- Kleding
- Meubelen
- Boeken en tijdschriften
- Foto-, film- en videoapparatuur
- Videobanden, dvd’s, cd’s, lp’s, muziekcassettes, etc.
- Muziekinstrumenten
- Huishoudelijke en elektrische apparaten
- Huisdieren
- Kunst, antiek en verzamelvoorwerpen
Ook voor gebruikte onderdelen, toebehoren en benodigdheden van deze goederen geldt de verplichting tot de globalisatiemethode.
Wanneer gebruikt u de individuele methode?
Voor goederen die niet onder de hierboven genoemde categorieën vallen, past u de individuele methode toe. Houd er wel rekening mee dat u bij de individuele methode negatieve winstmarges niet mag verrekenen met positieve winstmarges, terwijl dit bij de globalisatiemethode wél is toegestaan.
Wat als u veilinghouder of tussenpersoon bent?
Bent u een veilinghouder of handelt u als tussenpersoon in opdracht? Dan mag u de globalisatiemethode niet toepassen.
Aangifte doen bij handel in margegoederen
De methode die u kiest, bepaalt hoe u de btw berekent en aangeeft.
- Bij de globalisatiemethode mag u een negatieve winstmarge verrekenen met een positieve marge in een later tijdvak.
- Bij de individuele methode mag dit niet, maar u vult de btw over de winstmarge direct in.
De btw over uw winstmarge vult u in de aangifte omzetbelasting in bij rubriek 1:
- Rechterkolom: btw-bedrag
- Linkerkolom: winstmarge exclusief btw
Hebt u zowel margeomzet als normale omzet? Tel dan beide bedragen bij elkaar op. Negatieve winstmarges over margegoederen mag u niet verrekenen met de omzet van normale goederen.
Negatieve winstmarge verrekenen
Bij een negatieve winstmarge (wanneer uw inkopen in een aangiftetijdvak hoger zijn dan uw verkopen) kunt u geen btw terugvragen. Maar als u de globalisatiemethode gebruikt, kunt u de negatieve marge verrekenen met een positieve marge in een ander tijdvak, binnen hetzelfde jaar. Aan het einde van het jaar mag u een zogenaamde jaarsaldering maken, waarbij u negatieve marges op jaarbasis kunt verrekenen met positieve marges in het volgende jaar.
Voorbeelden
Btw berekenen na onderhandeling
U wilt een fiets verkopen voor € 321, maar na onderhandeling betaalt uw klant € 295.
- Inkoopprijs fiets: € 200
- Winstmarge inclusief btw: € 95
- Btw: 21/121 x € 95 = € 16,49
Btw aftrekken als voorbelasting
Hebt u btw betaald over inkopen, zoals nieuwe onderdelen voor reparaties? Deze btw kunt u in uw aangifte aftrekken als voorbelasting. Zo houdt u uw kosten laag en uw administratie overzichtelijk.
Voorbeeld: margegoederen repareren en verkopen
U koopt een gebruikte fiets voor € 100, repareert deze met € 75 aan nieuwe onderdelen, en verkoopt hem voor € 350.
- Winstmarge inclusief btw: € 250
- Btw voor aangifte: 21/121 x € 250 = € 43,39
De kosten van de onderdelen trekt u niet af van de winstmarge, maar de btw hierover kunt u aftrekken als voorbelasting.
Goederen inruilen en btw berekenen
Bij inruil van goederen hebt u te maken met twee transacties:
- U koopt een margegoed van uw klant.
- U verkoopt een nieuw goed of ander margegoed aan uw klant.
Voorbeeld 1: Nieuwe auto met inruil
- Verkoopprijs nieuwe auto: € 25.000 (inclusief btw en bpm)
- Bpm: € 5.766
- Verkoopprijs exclusief bpm: € 25.000 – € 5.766 = € 19.234
- Btw: 21/121 x € 19.234 = € 3.338
- Inkoopprijs ingeruilde auto: € 10.000
- Bedrag dat de klant betaalt: € 25.000 – € 10.000 = € 15.000
Voorbeeld 2: Ingeruilde auto verkopen
- Verkoopprijs ingeruilde auto: € 11.000
- Inkoopprijs: € 10.000
- Winstmarge inclusief btw: € 1.000
- Btw: 21/121 x € 1.000 = € 174